4 Mei toespraak Burgemeester van Dam
Lieve inwoners van gemeente Hollands Kroon,
Vandaag herdenken wij.
Op 4 mei herdenken wij allen die sinds de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties in het Koninkrijk der Nederland of waar ook ter wereld, zijn omgekomen. En we zijn stil. Een maal per jaar zijn we twee minuten stil.
Ook nu, in deze bizarre tijden, is het goed om samen stil te staan bij het leed van ons gedeelde verleden. Misschien wel belangrijker nog, dan gewoonlijk. Want wat ons verleden ons leert, is dat ondanks alles hoop, liefde en vertrouwen in de toekomst niet ver weg zijn.
Dames en heren, jongens en meisjes
Het zijn bizarre tijden. Onze premier noemt het huidige tijdsgewricht de grootste crisis van ons land buiten oorlogstijd. We worden door een onzichtbare vijand beperkt in onze vrijheden. We kunnen elkaar niet vrij opzoeken, we blijven uit voorzorg weg bij familie en vrienden en we zitten gekluisterd aan televisie of radio als de leiders van ons land ons toespreken. Heel in de verte, als je door je oogharen kijkt, zou je ergens de vergelijking kunnen maken met wat sommige van onze ouders, grootouders en overgrootouders in de oorlog hebben meegemaakt.
Ik zeg ‘ergens’. Want in werkelijkheid is nergens het gevoel te bevatten van wat de oorlog werkelijk moet hebben betekend. Soms raken woorden uit de dichtkunst nog het meest aan de angst, de onwerkelijkheid, het verdriet van die periode. In dat licht moest ik denken aan enkele zinnen van dichter Hendrik Marsman.
zie, ons leven in de zwarte kuilen onder roet en regen van den nacht, is nog slechts de echo van hun
huilen dat het uur van zijn voldoenig wacht.
wanneer zal de horizon weer lichten met dien smallen gloorstreep onzer hoop? zij behoeft geen
grootse vergezichten om zich op te richten uit den dood;
De dichtregels raken het ongemak, de duisternis en het leed van de oorlog. Dat is waar we bij stil staan. We herdenken de verhalen van haat, van deportatie en dood. Maar we denken ook aan de mensen die in verzet kwamen. Zij die nimmer aan zichzelf dachten. Een kleine groep mannen en vrouwen die onbaatzuchtig het belang van een ander vooropzette. Zelfs als zij daarvoor de hoogste prijs moesten betalen.
Nog altijd kan ik mij niet goed voorstellen hoe het was om toen te leven. Om toen de keuze te maken om te helpen. Jarenlang onderdak bieden aan een ander, terwijl verraad op de loer lag, terwijl je zelf ook bezig bent met overleven, terwijl zo velen de andere kant opkeken. Dankzij de verhalen die we horen, de foto’s die we bekijken, de boeken die we lezen, kan ik me een beeld vormen, maar dichterbij kom ik niet.
De overlevering leert ons dat niets vanzelfsprekend is en dat je moet proberen bewust in het leven te staan. Kijkend naar meer dan jezelf alleen. Kijkend naar de omgeving. Rekening houdend met de ander. Dat gold toen, maar is tegelijkertijd actueler dan ooit.
Waar Marsman in zijn gedicht wanhoop en duisternis beschrijft, eindigt hij met dat wat het land toen
zo nodig had. En nu misschien wel opnieuw.
Ik citeer:
Laat een ster, een onaanzienlijk teken flonkren boven de rampzaligheid en opnieuw gelooven wij in
streken voorbij ‘t moeras van dezen lagen tijd.
Voor mij doelt hij op: Hoop en een betere toekomst. Voor ons samen.
Dames en heren, jongens en meisjes,
Samen kijken we straks naar onze Koning. Op de Dam, bij de nationale herdenking. Ook hierin vinden
wij verbondenheid. Het zijn tijden van een nieuw ‘wij’. We staan misschien wel op fysieke afstand van
elkaar, maar we hebben elkaar sociaal en emotioneel nodig. Juist in crisis moeten we proberen
invulling te geven aan het begrip ‘samen’. Meer dan we ooit hebben gedaan in de eenentwintigste
eeuw. Ik zeg ook, tel uw zegeningen. Juist in deze tijd. En kijk om naar elkaar.
Om twee voor acht klinkt het signaal taptoe. Op tv in de huiskamers, en velen geven gehoor aan de
oproep om het signaal te spelen. Daarna zijn we stil. Twee minuten, ieder zijn eigen gedachte over
oorlog en vrede en ter nagedachtenis aan de vele slachtoffers die zijn gevallen. Laten we hen waardig
en met respect herdenken. Ieder van ons op eigen wijze, opdat wij nooit mogen vergeten, opdat wij
nooit berusten.
Tot slot,
Mijn gedachten zijn deze dagen bij onze inwoners die getroffen zijn door het virus. Ik wens u zorg,
liefde en beterschap toe. Aan alle inwoners zeg ik, hou vol. Denk om elkaar en blijf gezond.