Column: ‘Aardbeientaartje’ door Ds. Willemien Lammers
Ziet het er niet verrukkelijk uit? Dat aardbeientaartje? Ik kan u verzekeren: het wás ook heerlijk. Het is al weer een tijdje geleden dat ik dit taartje tegenkwam, ergens op een terras. En ik kan u verzekeren: ik heb er van genoten.
Wij protestanten hebben in de regel niet de reputatie dat we van die levensgenieters zijn. Het woord calvinisme staat voor ingetogenheid, soberheid en zuinigheid. En in het verlengde daarvan klinkt het als schraal, benepen, streng, ietwat zurig ook. Maar die reputatie is niet terecht. Wij protestanten genieten volop. Trouwens: van Calvijn, de naamgever van het calvinisme, is het ook bekend: hij hield enorm van muziek. En hij ging op zondagmiddag graag zeilen op het meer van Genève. Picknickmandje mee. Flesje wijn. Niets mis mee, toch?
Nee, wij protestanten hebben onze reputatie niet mee. Jammer is dat. Want we zijn levensgenieters. We weten hoe dat moet: genieten. Het gaat niet om verre reizen of meeslepende avonturen of grote sensationele belevenissen. De kunst van het genieten is om de kleine dingen écht waar te nemen en te waarderen. Zoals dat aardbeientaartje. Of de bloeiende hortensia’s in mijn voortuin. Dagelijks sta ik er even bij stil. Wat een pracht! Of op zondag na de kerkdienst met zijn allen koffie drinken. Ja, geen zorgen, we zijn voorzichtig! We zitten buiten en we houden afstand. En de aantallen kerkgangers blijven ook nog bescheiden. Maar gewoon het feit dat je elkaar weer ziet, dat je even van elkaar hoort, dat je samen een kopje koffie drinkt. Dan heb je een goede zondag, toch? En dan zijn er de protestanten die wandelen, en protestanten met hun moestuin, en protestanten die mooie dingen maken, protestanten die gezellig met hun familie uitstapjes maken…
Ik zal het u nog sterker vertellen. Genieten van de kleine dingen is zó belangrijk voor ons, dat het zelfs in de bijbel staat. Kijk maar eens in Prediker 3: “Daarom zeg ik: Je kunt maar het beste vrolijk zijn en van het leven genieten. Als je lekker eet en drinkt en geniet van al je bezit, dan is dat een geschenk van God.” Zo. Nu weet u ervan.
Ach. Ik zeg het ook om mezelf er aan te herinneren. Ik heb de vakantie erop zitten en heb er van genoten. Nu ben ik weer aan het werk. Maar er moet wel tijd overblijven om te genieten. En vooral: ik moet me niet laten ondersneeuwen door slecht nieuws, tot ik er verdrietig van wordt. Want dat is wel een risico, deze weken. U of jij gaat misschien nog wel op vakantie. Er is een goede kans dat dat – want die stomme corona – toch nog weer anders wordt dan je had gedacht. Misschien had je je verheugd op Spanje en wordt het nu Costa del Achtertuin. Maar hoe uw of jouw zomer ook wordt: ik hoop dat je ervan kunt genieten. Dat doet een mens goed.
Willemien Lammers