Column: ‘Doorgaan.’ door Ds. Willemien Lammers
Corona-moeheid is wel een dingetje aan het worden. Natuurlijk heb ik niets te klagen. Ik ben tot
nog toe gelukkig gezond, ik woon fijn en kan in mijn tuintje zitten, mijn werk kan ik aangepast doen
en mijn familie en vrienden zien per beeldscherm. Af en toe denk ik aan de mensen die in een
klein bovenhuis wonen, of die moeten werken en tegelijkertijd hun kinderen lesgeven, of die niet
mógen werken, en dan weet ik dat die mensen het moeilijker hebben dan ik. En dan heb ik het nog
niet eens over de mensen die werken in de zorg.
En toch merk ik dat ik moe ben in mijn hoofd. Moe van alle nieuwsberichten, moe van de spanning,
moe van de zorgen om de gezondheid van hen die mij lief zijn, moe van het improviseren. Het is
lastig om gehoorzaam de regels te blijven volgen – en toch moet het. Nu, na Pasen, het feest van
hoop en het vertrouwen in de toekomst, lijkt er bij mij een beetje de fut uit te zijn. En waar laad ik
me weer op?
Op de één of andere manier moet ik steeds weer denken aan een verhaal over de leerlingen van
Jezus, die na Pasen bij elkaar zitten te wachten. Zij hebben bijzondere dingen meegemaakt: de
traumatische gerechtelijke moord op hun leraar en vriend, de angst dat zij ook vervolgd zouden
kunnen worden, en het ongelooflijke bericht dat Jezus na de dood levend gezien zou zijn door een
paar vrouwen. En nu? Ze zitten bij elkaar te wachten tot de toekomst aan zal breken. Ze weten dat
hun leven waarschijnlijk nooit meer normaal wordt. Maar ze weten ook nog niet hoe het wél zal
worden. En dit zijn mannen die van actie houden. Stil zitten en wachten tot het over gaat is niets
voor hen.
Het is Petrus die het antwoord vindt. “Ik ga vissen”, zegt hij. “Gaan jullie mee?” U moet weten:
Petrus was visser van beroep. Voordat Jezus in zijn leven kwam, voordat alles veranderde, was
vissen zijn dagelijks leven. Hij woonde in een klein plaatsje aan een groot meer, hij was getrouwd
en had samen met familieleden en vrienden een boot.
Het is natuurlijk het antwoord van alle mensen in alle eeuwen en in alle crises. Gewoon maar aan
het werk gaan. “Je moet toch wat,” zeggen mensen dan. Iets nuttigs doen brengt afleiding met zich
mee. Het geeft je houvast. En je bent bezig voor de toekomst, ook al weet je nog niet hoe die er uit
gaat zien.
In tijden dat het leven moeilijk is, in tijden dat je verdrietig bent, in tijden van stress, is dat een
antwoord. Gewoon doorgaan. Bij de dag leven, bezig blijven, niet gaan tobben maar iets nuttigs
doen. Tweeduizend jaar geleden wist Petrus dit al. Hoe het verhaal verder ging? U kunt het lezen
in Johannes 21. En intussen ga ik mijn werkkamer opruimen. Moest al lang een keer gebeuren.
Dan maar nu.
Ds. Willemien Lammers