Column: ‘Een klein spookverhaal.’ door Ds. Willemien Lammers
Vorige week liep ik wat te rommelen in huis en ineens viel het me op: er hing ineens een bruin fleece jack over een stoel in de eetkamer. Een tikkeltje vreemd was het wel. Wie had er een fleece jack over die stoel gehangen?
Maar toen herinnerde ik me dat ik er zélf één heb. Natuurlijk! Gewoon mijn eigen jackje. “Gek mens’’, dacht ik bij mezelf. “Schrik je van je eigen kleding…” En ik begreep wat er gebeurd moest zijn. De avonden zijn koel. Ik had dat jackje natuurlijk een keer gepakt omdat ik ’s avonds wat langer buiten wilde zitten. Logisch toch?
Maar een paar dagen later ruimde ik wat schone was op. En daar hing, netjes in de kast,… mijn bruine fleece jack! Dat hing precies daar waar het hoorde te hangen. Het klopte allemaal. En toch
was er ineens iets helemaal mis. Want als mijn bruine fleece jack keurig in de kast hing… VAN WIE IS DAN DAT JACK IN DE EETKAMER?
Het was als een moment in een horrorfilm. Alles ziet er gewoon uit tot je ziet dat het mis is. De wereld kantelde even. Koortsachtig dacht ik na. Wie was er in mijn huis geweest? En ineens wist ik het. K. en W. waren komen eten. We hadden lekker in de tuin gezeten. Waren zij dat jack per ongeluk vergeten? Snel een appie gestuurd. Opgelucht wachtte ik het antwoord af. Van hún
natuurlijk.
Maar nee. K. gaf antwoord. Ze waren geen kleding kwijt. Nu was ik terug bij af. Ik moest toch kunnen achterhalen van wie dat ding was?!
Ik heb het jack maar eens even grondig bekeken. Er was een borduursel op gestikt. Het jack kwam uit Canada. Canada?! Daar ben ik nog nooit geweest. Wild dacht ik aan mensen die ik ken, die wél in Canada geweest zijn. En die recent in mijn huis konden zijn geweest. Ik kon niemand bedenken. Nu begon ik toch aan mezelf te twijfelen. Had ik te veel afleveringen van Star Trek gekeken? Of gebeurden er echt onverklaarbare dingen in mijn huis? Had ik bezoekers waar ik niets van wist? Toen ik mijn vader belde, vertelde ik hem er over. Mijn vader was even stil. Toen zei hij: “Laat eens zien, dat jasje?” Ik liet het zien: Denali Park, Canada staat er op. “Ja,” zei mijn vader, “daar zijn wij geweest…”
Als je het eenmaal weet, is alles eenvoudig. Ik had het weekeinde ervoor bij mijn vader gelogeerd. Maandagochtend had ik bij het inpakken niet alleen mijn regenjas en de hondenriem, maar ook dat fleece jack bij vergissing van de kapstok mee gegrist en achter in de auto gegooid. En thuis zelf uit de auto gehaald en over de stoel gehangen. Terwijl mijn eigen bruine fleece jackje gewoon in de kast hing. Ach ja. Mijn arme hoofd wil na de corona – besmetting soms nog niet zo goed. Verstrooid en vergeetachtig ben ik. Dan krijg je zo iets. Maar wat was ik opgelucht toen ik wist hoe het zat!
Willemien Lammers