Column: ‘Kostbaar’ door Ds. Willemien Lammers
“Ach, wat is het toch een lieve hond,” zei mijn vader. We waren aan het beeldbellen en Runo de bouvier was er even kwispelstaartend bij komen staan. Want hij kent de stem van mijn vader. “Zeker,” zei ik. “Runo is een superbouv.” En gekscherend voegde ik eraan toe: “Hij is zijn gewicht in goud waard!” Mijn vader, de voormalige belastingadviseur, schoot in de lach. En sloeg meteen aan het rekenen. “Hoeveel weegt hij wel niet?” “35 kilo” zei ik. “En wat kost een kilo goud?” Dat zochten we even op. Ongeveer 52.000 euro! “Tjónge,” zei ik, toch wel even onder de indruk. “Runo is 1,8 miljoen euro waard!” Runo kwispelde en wij lachten. En toen zei mijn vader: “Maar even serieus. Stel er komt iemand, en die biedt 2 miljoen voor die hond. Geef je hem dan af?” “Nee,” zei ik. “Never nooit niet. Hij blijft bij mij.”
“’t Is gek,” zei iemand tegen me, tijdens de eerste lockdown. “Je wordt op jezelf terug geworpen. En dan ga je toch even nadenken over je leven en over wat écht belangrijk is.” Dat herken ik wel. De kostbaarste dingen in mijn leven zijn niet de bezittingen of verworvenheden. De kostbaarste dingen zijn eerder momenten. Ervaringen. Herinneringen. Wandelen met de hond in het bos. Herinneringen aan kopjes koffie bij mijn opa in het verpleeghuis. Urenlang bellen met een vriendin in Zwitserland. Herinneringen aan winkelen met mijn moeder, en dan samen onstuitbaar de slappe lach krijgen. Die ene mooie avond in september toen mijn vader en ik bij een eetcafé op het terras zaten. Een zonsopgang in de bergen. Een zonsondergang aan zee.
En dat wist ik natuurlijk al lang. We weten het allemaal. Maar als alles gewoon z’n gangetje gaat, en er gebeurt niets bijzonders, zeg maar vóór de corona-crisis, dan sta je daar heus niet iedere keer bij stil. Heel menselijk. Maar als er dan iets bijzonders gebeurt, zo’n crisis of andere moeilijke tijden in je leven, dan zijn juist die kleine, heel gewone, en toch heel kostbare momenten en ervaringen een bron van kracht. “Tel uw zegeningen, tel ze één voor één,” is een oud lied dat mensen van de kerk vroeger vaak zongen. Ik neem het me ter harte. Ik roep ze in herinnering, al die keren dat ik domweg gelukkig was. Ik noem ze op, al die kleine dingen in mijn leven die me tevreden maken. Ik geniet van een kopje koffie in de zon. En ondanks verdriet en zorgen is het leven ineens mooi. En de moeite waard.
“Kom bouvie,” zeg ik. “We gaan aan het werk.” Runo loopt met me mee en gaat met een tevreden zucht onder mijn tafel liggen. Onbetaalbaar.
Willemien Lammers.