Column: ‘Pas op. Gif!’ door Ds. Willemien Lammers
Het is de nachtmerrie van ieder hondenmens. En het kan maar zo gebeuren. Afgelopen week werd L. bijna het slachtoffer. L. is een klein bruin labrador teefje. Zo’n lief hondje, dat knuffelt met iedereen. Zo’n hondje waar iedereen meteen vrolijk van wordt, omdat het levensplezier er vanaf spat. Ach die lieve L.!
Maar het ging dus bijna mis. Haar mensen hadden haar uitgelaten en eten gegeven. Alles normaal. Tot ze ineens hartstikke ziek werd. Ze moest overgeven. En haar ogen stonden raar. Zúlke grote pupillen. Gelukkig heeft hondje L. mensen die goed voor haar zorgen. Zondagavond of niet, húp naar de dierenarts. Die bevestigde hun vermoeden. L. had gif binnen gekregen. Gelukkig had ze al gebraakt. Maar er kwam nog wel een infuus aan te pas, om het gif uit te spoelen. Na een tijd van angstig wachten kwam het goede nieuws. Ze waren er op tijd bij geweest. Hondje L. is er goed van hersteld. Vanmorgen kwam ik haar tegen. Ze kon weer vrolijk rennen en spelen. Ze toverde een lach op mijn gezicht.
Wat het geweest is? Slakkengif misschien. Of drugs. Vermoedelijk heeft er ergens tijdens de wandeling iets in de berm gelegen. Honden zijn snel en labradors helemaal. Erg op eten gefixeerd. Dus als er ergens iets ligt wat aantrekkelijk snuffelt, happen ze het zó weg. Ik weet hoe het werkt. Mijn Runo had laatst ook ineens iets in zijn bek. Mijn hart sloeg over. Hij beet door en ik hoorde een krák. Bleek het een half afgekloven kippenbot te zijn. Dat viel mee, maar ik was ik nog lang niet blij. Zo’n bot kan versplinteren en lelijk vast komen te zitten. Of de splinters kunnen zijn ingewanden lek prikken. Met alle gevolgen van dien. Bij Runo heb ik de splinters uit zijn keel kunnen graven en het liep gelukkig goed af.
Maar wat ik dus niet snap. Echt. Níet. Snap. Waarom ligt er een half afgekloven kip in de struiken? Waarom ligt er gif in de berm? Slakkengif of drugsresten – het is mij om het even wat het is. Waarom ligt het daar?
Iemand heeft het er dus neergepleurd. Iemand die te beroerd was om het gif bij het chemisch afval te doen. Iemand die misschien thuis niet wilde uitleggen dat hij of zij met drugs in de weer was geweest. Iemand die zó onverschillig was, dat het hem of haar niet interesseerde wat er allemaal fout zou kunnen gaan. Honden, katten, egels, vogels, muizen en als gevolg daarvan vossen. Of stel je voor: een klein kind krijgt het te pakken. Ik word er helemaal naar van als ik er aan denk. Het liefst zou ik op straat gaan staan gillen. “RUIM JE EIGEN ROTZOOI OP!” Hoe moeilijk is het? Denk nou even na! Enfin. Op straat staan gillen zal ik maar niet doen. Maar ik geef de boodschap wel door. Pas nou toch op. Lieve mensen. Wees een beetje voorzichtig: gooi je troep weg waar het hoort en geen kwaad kan. Alsjeblieft?
Willemien Lammers