Column: ‘Stilte’ door Ds. Willemien Lammers
Het is stil geworden in ons leven. Heel stil. Voor iedereen. Ouderen ontvangen zo min mogelijk bezoek. Jongeren gaan maar weinig naar school. Wie thuis kan werken, werkt thuis. We zijn allemaal op tijd thuis voor de avondklok. Veel minder verkeerslawaai. We gaan nergens meer heen.
En we missen de mensen die ons dierbaar zijn. Ons loopje en ons praatje. Sommige mensen zetten dan de radio of de tv maar aan. Maar eerlijk gezegd: het geschetter van de tv kan steeds meer mensen steeds minder bekoren. Al dat corona-nieuws en die corona-discussies. Je zou er genoeg van krijgen.
Het is stil geworden. Heel stil. Het is soms een moeilijke stilte. Want stilte doet iets met je. Er is geen afleiding meer. Wanneer er geen geluid meer is, word je geconfronteerd met wat er binnen in je is. Als de geruststellende werkelijkheid even wég is, kom je dicht bij jezelf. En dat betekent ook: dicht bij je vragen, je twijfels, je angsten en je verdriet. Geen afleiding meer. Je kunt jezelf niet uit de weg gaan.
Maar voor mij is dat maar de helft van het verhaal. Want er is ook een andere kant. Als straks / ooit / later / eens ons leven weer wat meer wordt zoals het vroeger was, zal ik juist de stilte missen. De stilte van de nacht: geen herrie op straat, geen auto’s met boom-boom-boom, geen uitbundige mensen die in het holst van de nacht luidruchtig afscheid van elkaar nemen “Hé! Láterrrr!” De stilte van de tuin: ’s avonds bij zonsondergang luisteren naar de vogeltjes zonder dat de pubers van drie huizen verderop een feestje bouwen met de boombox op maximaal volume. De rust van het ’s avonds gewoon thuis zijn in plaats van altijd onder de mensen. De stilte van het boek en het handwerkje op de bank. De stilte die het mogelijk maakt: vroeg gaan slapen en fit weer op.
De stilte nodigt me uit. Om dicht bij mezelf te komen. Om in mezelf op zoek te gaan naar bronnen van troost en vertrouwen. De stilte nodigt me uit om diep adem te halen en rustig te worden. Om kracht op te doen, juist in de stilte. Het is dezelfde stilte die me aantrekt tot de bergen, of de zee. Ironisch genoeg is het nu juist in het bos níet stil meer. Want daar loopt iedereen z’n ommetje. Ik denk met liefde terug aan die ene camping in Zwitserland, waar ik mijn tentje neerzette en luisterde naar het geluid van de bergbeek, met uitzicht op de besneeuwde toppen tegenover me. En waar het dan stil was. Juist in de stilte speur ik in mezelf de dankbaarheid dat ik leef. Juist in de stilte voel ik liefde voor wie mij dierbaar zijn. Juist in de stilte kom ik tot mezelf. Juist in de stilte vind ik de rust voor het gebed.
Ik verlang naar nieuwe tijden. Maar ik weet ook dat ik juist de stilte straks erg ga missen.
Willemien Lammers