ColumnDs. Willemien LammersNieuws

Column: ‘Sneeuwpret’ door Ds. Willemien Lammers

Ik was vroeger zo’n saai kind dat altijd las. Echt wat je noemt een boekenwurm. Het liefst was ik in de bibliotheek blijven eten en slapen. Het werd zo erg, dat ik door mijn moeder regelmatig naar buiten gestuurd werd. Spelen moest ik! Dat deed ik dan maar.

En ach. Als ik eenmaal buiten was, was het niet zo erg. Uren zwierf ik door de bossen en de velden. Bramen plukken. Of, in het voorjaar, bloemen. En als het vroor, was het pret. In de buurt van het huis van mijn vriendinnetje lag een ondiepe vijver. Die werd al snel een ijsbaan. Urenlang schaatsplezier. Toen ik wat ouder werd, mocht ik met de anderen mee naar de officiële ijsbaan. Naar de Stokvisdennen. Jawel! De kenners weten waar ik het over heb. Dat ik daar ooit op het ijs stond is dan ook meteen mijn enige sportieve wapenfeit, want echt schaatsen heb ik nooit goed geleerd. Een lezertje hè. Niet sportief. Niet lenig. Geen coördinatie. Erkend onhandig.

Later heb ik ooit nog een serieuze poging gedaan om te leren skiën. Dat viel ook niet mee. Liever zat ik op het terras, uit de wind en in de zon, met, jawel, een lekker kopje koffie en een goed boek. Langlaufen vond ik wel leuk, maar hemeltje lief wat een inspanning. En nog weer later, toen ik in Zwitserland woonde, leerde ik het wel af om sneeuw leuk te vinden. Want sneeuw betekende sneeuwruimen. Ik deelde de oprit met een buurman. Eigenlijk zouden we die dus samen schoon moeten houden. Maar als er sneeuw lag, moest ik er snel bij zijn. Want anders deed de buurman, diep zuchtend en met een boos gezicht, de hele oprit. Wanneer ik wél op tijd sneeuw ruimde, keek hij overigens ook boos. Want sneeuwruimen was mannenwerk.

U zult begrijpen dat ik vorige week het weerbericht ietwat peinzend bekeek. Sneeuw en ijs. Dát was lang geleden. Hoe zou het gaan?

Maar lieve mensen wat is het leuk! Zo heerlijk in het zonnetje en bij een blauwe hemel door die witte wereld stampen! Overal spelende kinderen. En lachende volwassenen. Nauwelijks auto’s op straat. Wat was er ineens een ruimte!

En ineens realiseerde ik me dat ik dat óók mis. Ik bedoel: over die coronacrisis is al grenzeloos veel geschreven. Maar dit merkte ik deze week: het leven is veel te serieus geworden. Overal moet je bij nadenken en veel mag niet. Wat heb ik een behoefte aan ontspanning, aan spelen, aan gewoon even uit de band en zonder nadenken en niet serieus iets leuks doen. Aan pret. Aan lachen en zingen en onbezorgd zijn. Aan gek doen. Om het kind in mij de ruimte te geven. En gewoon te laten zijn. Zonder dat er iets moet.

Ach, ik weet het best. We moeten nog maar even vol houden. En dat doe ik dan ook maar. Maar wat kan ik verlangen naar een tijd dat het leven niet meer zo serieus is.

Willemien Lammers

Laat meer zien
Back to top button