Column: ‘Eens ook dit…’ door Ds. Willemien Lammers
Er was eens, heel lang geleden, in een land hier ver vandaan, een koning die alles had wat zijn hart maar kon begeren. Hij had een lieve vrouw en geweldige kinderen. Hij was gezond. Hij regeerde over een prachtig en vredig land. Hij woonde in een schitterend paleis.
Kortom, de koning had alle reden om gelukkig te zijn. En toch was hij het niet. De koning maakte zich zorgen. Hij was van nature een wereldkampioen tobben. Als het regende, was hij bang voor overstromingen en aardverschuivingen. Wanneer de ambassadeur van een naburig land een audiëntie aanvroeg, dacht hij aan oorlogsverklaringen. En wanneer zijn lieve koningin hoofdpijn had, dacht hij aan ziekte en dood.
Op een dag riep de koning een commissie van wijze mensen bij elkaar en zei tegen hen: “Ik heb gehoord dat er een sieraad bestaat, een juweel, dat mensen gelukkig kan maken. Zelfs in de meest moeilijke omstandigheden. Ga op zoek en bezorg mij dit sieraad.”
De commissieleden raadpleegden oude boeken en archieven, ze interviewden drie edelsmeden en ze vergaderden wel vijf keer per week. Maar ze vonden geen spoor van het sieraad. Toen stuurden ze er ontdekkingsreizigers op uit. Naar alle uithoeken van het rijk. Eén voor één kwamen ze na lange tijd weer terug. Maar allemaal met sombere gezichten en lege handen. Eindelijk kwam ook de laatste terug. Zijn schoenen waren versleten en zijn haren waren grijs geworden. Maar hij zei: “Ik heb het! Breng me bij de koning!”
Zo geschiedde. “En?” vroeg de koning. “Majesteit,” antwoordde de ontdekkingsreiziger. “Het is een ring. En deze ring heeft de kracht om mensen in moeilijke omstandigheden te troosten. Maar hij heeft ook de kracht om mensen in gelukkige omstandigheden verdrietig te maken. Weet u zeker…” Maar de koning luisterde al niet meer. “Geef hier!” sprak hij. En de ontdekkingsreiziger gaf hem de ring in handen. De koning bekeek de ring. Hij zag er eenvoudig uit. Gewoon een gladde ring. Verwonderd keek hij de ontdekkingsreiziger aan. Die haalde hulpeloos zijn schouders op. “De inscriptie aan de binnenkant,” mompelde hij. En toen de koning de ring tegen het licht hield, las hij de inscriptie. “Ook dit gaat voorbij,” stond er in de ring geschreven.
Ook dit gaat voorbij. Alles is vergankelijk. Voor de koning, die gelukkig was, zonder dat hij het wist, kwam het besef dat hij de gelukkige tijden had vergooid met tobben. En er kwam ook dit besef: als het eens slecht gaat, in tijden van zorgen, kun je je troosten met de gedachte: eens gaat ook dit voorbij. Het zal niet zo blijven. Alles kan en zal veranderen. Deze zin werd al honderden jaren geleden door oude Sufi dichters in Perzië op schrift gesteld.
Nu het coronavirus weer oplaait en de maatregelen weer strenger worden en de dagen korter en de nachten kouder, nu is het goed om er aan te denken dat het nog steeds waar is. Eens gaat ook dit voorbij. Er komen andere tijden. Echt.
Willemien Lammers