Column: ‘Waardering’ door Ds. Willemien Lammers
Ach, zie hem nu toch op de foto staan. Die jonge ezel. Dicht bij zijn moeder. Hij weet het nog niet, maar hij zal het vanzelf merken. Het is ongelijk verdeeld in de wereld.
Het zijn de paarden die in deze wereld de goede reputatie hebben en de waardering krijgen. Een paard is een nobel dier. Een paard heeft een hoofd. Een ezel niet. Een ezel heeft een ezelskop. Paarden zijn elegant en intelligent en worden liefdevol gekoesterd door hun eigenaren. Ezels moeten werken voor de kost. Zware dingen dragen en slepen.
En dat terwijl ezels eigenlijk hele bijzondere dieren zijn. In alle bescheidenheid. Ezels zijn kalm en vriendelijk en sociaal. Ze weten haarfijn aan te voelen hoe het met een ander is, dier of mens. Veel dieren en mensen worden rustig en ontspannen van de aanwezigheid van een ezel. Ezels zijn ook slim. Wanneer ze vermoeden dat er iets gevaarlijks in hun omgeving is, dan blijven ze stil staan tot ze precies weten wat het gevaar is en wat ze moeten doen. Paarden doen dat anders. Die slaan in paniek op de vlucht. Ezels niet. Ezels zijn zelfs in staat en bereid om anderen te verdedigen. Er zijn al heel wat kuddes schapen of geiten tegen roofdieren beschermd door hun ezel. Die schakelt rovers met een welgemikte trap tegen de harses uit.
Nee, het is ongelijk verdeeld in de wereld. Ezels krijgen niet de waardering die ze toekomt. En kan daar nu niets verandering in brengen?
Het bijzondere van de corona-crisis is dit: dat ineens zichtbaar wordt, wie de raspaarden zijn, en wie de werkezels. En wie er waardering verdienen, maar die normaal gesproken niet krijgen. Verplegenden en vakkenvullers. Onderwijzers en politiemensen. Het zijn niet de advocaten, de bankdirecteuren en de managers die tot de vitale beroepen horen. Het zijn niet de sportmensen en de filmsterren. Aan raspaardjes hebben we nu even niet zoveel. Nee, werkezels hebben we nodig. Lief en moedig. Volhardend en geduldig. Zorgzaam.
Komende zondag is het palmzondag en dan denken christenen over de hele wereld aan dat ene moment, lang geleden, dat Jezus Jeruzalem binnen trok. Niet als een koning hoog te paard, maar op een ezeltje. Niet als een machthebber met wapens en soldaten, maar als een liefdevol mens. Iemand die de lasten van anderen mee wilde dragen. Hij was geen koning met een gouden kroon, maar iemand die bereid was om zijn leven te geven voor anderen. Misschien moeten we, in navolging van Jezus, wat meer naar de ezels kijken en wat minder naar
de paarden. En dan niet alleen nu, maar ook straks wanneer deze crisis weer voorbij is. En zullen we samen, straks, als ook de economie zich hersteld heeft, nog even gaan nadenken over wat we al die mensen in de zorg en het onderwijs en bij de politie, al die werkezeltjes, hoeveel we die betalen? Kan best een beetje beter toch? Als teken van waardering.
Ds. Willemien Lammers