Je ziet ze in de winter tijden niet en eigenlijk mis ik de soort pas als het mannetje zich gaat manifesteren. Dat doen vogelmannetjes door te gaan zingen, zo ook de heggenmus. Bij de vogeltelling in januari 2020 had ik een heggenmus onder de vogels die genoten van het voer dat ik strooide. Eigenlijk gek dat er toen een heggenmus in de tuin was, want hun snavel wijst erop dat ze graag insecten eten. Maar ja bij gebrek aan beter, zullen wij maar zeggen.
Een inwoonster van Middenmeer vertelde mij afgelopen week dat zij twee heggenmussen in de tuin had. Dat zal wel wijzen op een paartje. Je kunt dit echter bij deze soort niet zien aan het verenkleed. Ze kleden zich in unisex kleding. Zodra de mannetjes gaan zingen, horen wij een ijl liedje niet zo stevig als ‘Klein Jantje’, de winterkoning dit doet. Toch noemde een vogelkenner in de 19e eeuw de vogel ‘Bastaardnachtegaal’. Je kunt van de zang echt genieten.
De heggenmus is geen familie van de mussen. Dat ze hun naam kregen die daar wel aan doet denken, komt doordat de vogel een bruin verenkleed heeft en daardoor kan de vogel verward worden met de huismus. Wie naar dit onopvallend vogeltje kijkt, verwacht niet dat het een zeer bijzonder seksleven heeft. Vrouwtjes houden het met diverse mannetjes en als de eitjes komen weten ze niet wie de vader is. De mannetjes houden hier niet van en als ze een ander mannetje zien dat seks heeft met het vrouwtje, gaan ze daarna het sperma pikken uit het achterlijf van het vrouwtje. De Engelsman David Quinn heeft dit prachtig getekend.
Uit: ‘Dunnock behaviour and social evolution’ (Oxford University Press 1992); N.B. Davies.