Afgelopen weekend was de jaarlijkse tuinvogeltelling. Natuurlijk heeft de auteur van deze rubriek ook meegedaan. Dit keer op zaterdag 25 januari 2020. De telling leverde een leuk lijstje op: Turkse Tortel (2), heggenmus (1), roodborst (1), merel (1) pimpelmees (2), koolmees (2), ekster (2), kauw (4), huismus (15) en vink (1).
In de winter zorg ik altijd voor strooivoer, vetbollen, pindastrengen enzovoort. Eigenlijk is het dit jaar tot nu toe niet nodig, want er is voedsel genoeg. Althans voor zover de vogels kunnen profiteren van zaden en insecten in de tuinen. Als u een betegelde tuin heeft dan lukt dat helaas niet. Zelfs las ik van een columnist in de Schager
Courant dat hij kunstgras in zijn tuin heeft. Dat schiet natuurlijk niet op. Natuurlijk is het gemakkelijker tegels en kunstgras te nemen. Onkruid hoeft dan niet verwijderd te worden, maar ja er is altijd iets anders dat voor ons mensen dan voor problemen kan zorgen. Bijvoorbeeld bij heel veel regen kan het water niet weg. Normaal zakt het weg in de aarde, maar ja met stenen…
Het is goed mee te doen aan regelmatige tellingen. Als je dit heel veel jaren achter elkaar doet, komt er een beeld over het verloop van het leven om ons heen. Zelf doe ik mee aan de zogenaamde ‘MUS-telling’. Meetnet Urbane Soorten. Al vijftien jaar tel ik drie keer in het jaar (april, mei, juni/juli) op twaalf punten in Middenmeer welke soorten er op elk punt te zien zijn gedurende vijf minuten. Ook het vangen van rotganzen, zoals afgelopen zaterdag gebeurde, levert belangrijke gegevens op over de stand van deze Wieringer soort.
Dit delen:
