Het klimaat lijkt mij ook hier van de rel. Op 14 september 2021 ontdekte Laurens van der Vaart een zeekoet in de haven van Den Oever. Een leuke waarneming, maar op een gek moment. Meestal worden zeekoeten gezien eind oktober en in november als de najaarsstormen de zeevogels naar de kusten stuwen.
Zeevogels noemen wij die soorten die helemaal afhankelijk zijn van hun voedsel dat ze op zee verschalken. Bovendien broeden ze aan de kusten van Groot-Brittannië, Noorwegen, IJsland, Spitsbergen enz. De kleine alk is een van die soorten, evenals de alk. Niet voor niets behoren deze vogels tot de familie van de alken. De zeekoet is daarin ook opgenomen. In het Fries blijkt er een woord Skoet te bestaan. Zou de naam zeekoet hiervandaan komen of is de relatie met meerkoet meer voor de hand liggend?
De Latijnse naam is Uria aalge. De geslachtsnaam komt uit het Grieks, waar er een watervogel mee bedoeld werd. Welke soort is onduidelijk. Aalge is in het Deens en Noors voor ‘alk’. Zeekoeten broeden in kolonies op rotsrichels. Zodra de broedtijd voorbij is, vliegen ze naar de open zee en daar blijven ze in principe totdat ze weer gaan broeden. De najaarsstormen zorgen ervoor dat ze bij ons te zien zijn. Tot deze familie horen ook de papegaaiduiker, de zwarte zeekoet en de alk.
De foto is gemaakt door Leen Kuiper in de haven van Den Oever.