Column: ‘Dichtbij’ door Ds. Willemien Lammers
Die anderhalve meter, daar is wat om te doen. Nee, ik ga het niet hebben over die ene demonstratie in Amsterdam. Daar is al zo veel over gezegd. Maar ik wil het wel graag even met u hebben over de rest van ons leven. Want hoe haalbaar is het, om op anderhalve meter van elkaar te blijven? Wat blijft er dan nog over van ons normale leven? Het lukt geregeld niet: bij het boodschappen doen, bij de kapper, even een praatje tijdens het uitlaten van de hond, als collega’s die samenwerken. Ik denk dat we allemaal regelmatig dichter bij elkaar komen dan die beruchte anderhalve meter.
En vaak zonder er bij na te denken en half zonder het te merken. En daar kun je natuurlijk stevige taal over uitslaan. Mensen zijn dom, mensen zijn kortzichtig, mensen zijn egoïstisch. Maar ik denk: het is geen kwade wil en het is geen koppigheid en het is geen stommiteit. Het is menselijk. Natuurlijk: de één is wat meer gericht op aanrakingen dan de ander. Maar alle mensen zijn ook lichamelijke wezens. We zijn geen losse wandelende hoofden. Ons lijf doet mee. Weet u nog, toen u klein was, dat u moest leren om te kijken met uw ogen? En niet alles met uw handen aan te raken? “Handen op je rug!” zeiden mijn ouders dan. En nóg jongere kinderen zijn net jonge hondjes. Kleine kinderen stoppen alles in hun mond. Zo onderzoeken zij de wereld. Het is onze aard. We gebruiken onze handen. En zelfs onze monden. We raken elkaar aan. Afstand houden en niet aanraken: het is zo onnatuurlijk als maar kan. Het voelt raar, het voelt fout. Het gaat tegen onze diepst gevoelde behoeften in.
Vandaag zou ik willen pleiten voor zachtmoedigheid. Want die taal, die soms wordt uitgeslagen tegen mensen, zoals die demonstranten op de dam, daar lusten de honden geen brood van. En kennen we niet allemaal de behoefte om dichtbij te komen? Om samen, schouder aan schouder, ons in te zetten voor de goede zaak? Om dicht bij elkaar echt samen te leven? Ja, ik weet het: die anderhalve meter moet. Echt. Daar is geen verwrikken aan. Zonder afstand worden er mensen ziek en gaan er mensen dood. Het moet. Maar als we nu eens begonnen met elkaar te helpen in plaats van elkaar te veroordelen. Zou dat ons leven niet een stukje mooier
kunnen maken? Laten we lief zijn voor elkaar. Ook als het even mis gaat. Laten we elkaar behoedzaam en zachtmoedig ondersteunen wanneer we het even vergeten. Laten we elkaar vriendelijk aan die anderhalve meter herinneren, als het moet. Met een glimlach. Vooral niet boos worden op elkaar. Laten we begrip hebben. Het duurt nog lang, hoor, voordat er een vaccin is, of een geneesmiddel. Als we al die tijd ruziënd gaan doorbrengen, duurt het dubbel zo lang. Anderhalve meter. Het is zo onnatuurlijk. Maar gelukkig kun je met een glimlach die afstand nog net overbruggen.
Ds. Willemien Lammers