Over het wel en wee van het Rundveemuseum na de brand

AARTSWOUD – In de nacht van 7 op 8 februari brak er een brand uit in de stal van het Rundveemuseum. Na het in veiligheid brengen van de koeien is het tijd om de schade op te nemen. Die is groot en het zal tijd vergen om alles weer te herstellen, te vernieuwen en waar nodig aan te passen.

Sinds de brand zijn de koeien de eerste zorg van het bestuur en de vrijwilligers. Met man en macht is het vee in de nacht van de brand met behulp van de brandweer uit hun benarde positie gered. De koeien zijn ‘s nachts vergezeld van een dierenarts vervoerd naar de boerderij van de familie Koster in Terdiek. Gelukkig was bekend dat daar een stal leeg stond en de familie was bereid om de koeien met hun kalfjes onderdak te verlenen. Er is heel dankbaar gebruik van gemaakt.

Helaas hebben de koeien veel last van de rookontwikkeling gehad. Uiteindelijk is een Groninger Blaarkop overleden, een dag later bleek ook de Baggerbonte koe het niet te redden. Een zwarte Lakenvelder moest kalven en dit kalfje werd dood geboren. We hopen dat het dierenleed nu stopt. Een roodbonte koe is over een maand uitgerekend. Nu maar duimen voor nieuw en gezond leven. Dat leeft ook sterk bij de cliënten van de Prinsenstichting die tweemaal daags met begeleiding naar Terdiek rijden om de dieren te verzorgen. Ook voor hen is het een emotionele tijd. De brand en de verhuizing van de koeien heeft veel bij iedereen teweeggebracht. Het zal echt nog lang duren voordat dit een beetje vergeten is.

Er is ons al veel hulp aangeboden. Daarom wordt er gewerkt aan een doelgerichte hulpactie. Hierover komt zo spoedig mogelijk informatie. Het is heel fijn dat het Rundveemuseum bij velen na aan het hart ligt. Dat is beslist een steun in de rug en geeft het bestuur, de cliënten van de Prinsenstichting en de vrijwilligers goede moed om naar de toekomst te kijken.