Woningcorporaties hebben vraag naar woningen onderschat
NOORD-HOLLAND – Woningcorporaties hebben zich volgens Stefan van Schaik van Wooncompagnie blindgestaard op cijfers en daarmee de vraag naar sociale huurwoningen onderschat. Toch blijkt gladstrijken moeilijk door het gebrek aan locaties, hoge bouwkosten en de verhuurderheffing.
‘We hebben ons te veel laten leiden door huishoudensprognoses, maar op het moment dat die binnen zijn, zijn die niet meer actueel.” Daarnaast zegt Van Schaik tegen mediapartner NH Nieuws dat jarenlang werd gezegd dat Noord-Holland voor een groot deel een krimpregio is. “Maar de vraag is groter dan ooit, gezien de groeiende populatie, gezinsverdunning, de toename van eenpersoonshuishoudens en het feit dat ouderen langer thuis wonen.’
Toch blijkt een inhaalslag moeilijk te maken. Dit is volgens Van Schaik het gevolg van beperkte budgetten. ‘En dat verwijt ik direct Den Haag’, zegt hij fel. ‘Den Haag heeft de keuze gemaakt de sector kleiner te maken door onze doelgroep in te perken en een enorme heffing op te voeren.’
Hiermee wijst Van Schaik op de verhuurderheffing. Dat is een belasting die verhuurders betalen op het aanbieden van sociale huurwoningen. Hij noemt het ‘onredelijk’, ‘onrechtvaardig’ en ‘onverstandig’. ‘Onredelijk omdat alleen verhuurders die een huurwoning goedkoop verhuren de heffing moeten betalen, onrechtvaardig omdat de lasten op de smalste schouders komen te liggen en onverstandig omdat het betaalbaar wonen in de weg staat.’
Gebrek aan locaties
Dat het budget van woningcorporaties beperkt is ziet ook Jan Overtoom van Bouwend Nederland, de vereniging van bedrijven die bouwen. Hij vertelt dat het regelmatig gebeurt dat iemand met allerlei plannen komt, maar dat die stomweg niet gerealiseerd kunnen worden omdat er geen geld is. ‘De bouwkosten voor sociale huurwoningen zijn veel te hoog in relatie tot de grondprijs. Dat betekent dat een ontwikkelaar en een bouwer geen woning kunnen maken die voor een maximale huur van rond de 700 euro kan worden verhuurd.’
Ook het gebrek aan locaties vormt een knelpunt in de bouw. Volgens Jan Overtoom zijn er te weinig bouwlocaties voor sociale huurwoningen en loopt Bouwend Nederland aan tegen de grenzen van bouwen in buitenstedelijk gebied. Ondanks dat hij binnenstedelijk bouwen een goed uitgangspunt vindt, is de vereniging er een groot voorstander van om een aantal gebieden aan te wijzen in Noord-Holland waar ook buiten de kernen gebouwd kan worden. De vraag is of aan deze wens kan worden voldaan.
De provincie kwam namelijk kort geleden met het bericht naar buiten dat zij willen gaan kijken of het mogelijk is om kleinschalige bouw buiten de kernen toe te staan, maar maximaal elf woningen. Dit is volgens Bouwend Nederland te weinig: ‘Zo kunnen we de bouwcrisis niet oplossen.’
Volgens Jan Overtoom schuilt de oplossing in voldoende locaties en het goedkoper maken van het bouwproduct: ‘Uiteindelijk zullen we een bouwproduct moeten maken dat niet te veel geld kost. Dat betekent een kleiner product en minder grote woningen. Meer industrialisatie, dus bijvoorbeeld meer bouwen in fabrieken. Minder inzet van personeel en efficiënt bouwen. Echt seriematig om ervoor te zorgen dat de prijzen naar beneden kunnen.’