Cultuur binnen de Dijken brengt Wieringermeerdrama tot leven
Een bijdrage van Paulien Deijkers – Smit
WIERINGERMEER – Alles werkte 21 en 22 augustus mee om de meest ingrijpende gebeurtenis uit de Wieringermeergeschiedenis uit te beelden. Op initiatief van Irene van Oers en begeleid door professionele regisseurs, dans en muziekdocenten, alsmede de enorme inzet van tientallen spelers uit de Wieringermeer en wijde omgeving, werd het publiek meegezogen naar die middag van 17 april 1945.
Toen werd, om 12.00 uur, de Wieringermeerdijk opgeblazen door de reeds terugtrekkende vijand vlak voor de capitulatie van 5 mei. Het was toentertijd een stralende, zomerse dag en het koolzaad bloeide uitbundig. Dat was nu met hevige windvlagen en zware buien wel anders, maar daardoor lieten de acteurs nog meer voelen hoe de bevolking op stel en sprong moest vluchten voor het water, dat door de gaten de polder binnen stroomde.
Plaats van uitvoering was de plek des onheils zelf én rond enkele boerderijen in de nabije omgeving. Met een speciale vluchtwagen werden de toeschouwers met kloppend hart in groepen naar het beginpunt van de voorstelling gebracht. Daar op een erf speelden opgroeiende meisjes. Druk met een springtouw en verder alleen oog voor meisjesdingen en natuurlijk: vriendjes. De aankleding was treffend, net als het decor met materialen uit de boerderij, een museum en kringloopwinkel.
Na op vlotte wijze van de ene naar de andere scène of verteller geloodst te zijn, moest er voor het wassende water halsoverkop gevlucht worden, ook door het publiek. De stoet met de schamele bezittingen in kisten, manden, koffers en pannen boven over de IJsselmeerdijk te zien lopen, was een kippenvel moment. De hagelwitte was wapperde in de wind; tijd om het mee te nemen was er niet meer. Onderweg passeerde men er een hut, gemaakt van strobalen. Niet iedereen keerde de onderlopende polder de rug toe, enkelen zochten zo hun toevlucht in provisorische onderkomens op een hoge en veilige Terp.
Rode draad was het verhaal van Jansje; dochter van een nukkige boer die heimelijk, door een Duitse soldaat het hoofd op hol te brengen, waardevolle informatie wist te verkrijgen voor de ondergrondse strijdkrachten. Het gezin was levensecht en je kreeg de neiging met hen een vorkje van de stamppot mee te prikken. De acteurs en professionals, enkele jong maar het merendeel 6 0plus, hadden in twee weken tijd dit thema uitgewerkt en op heel creatieve wijze gebruik gemaakt van de locaties ter plekke. Zo stonden er in een onder water gezette akker de restanten van verdronken schuren en kapot geslagen daken: een vondst.
Er was een koor met muzikanten dat zingend uitdrukte hoe men zich gevoeld moest hebben en een jonge soliste zong aangrijpend in een stal een aangepaste vertolking van Jenny Arean en Frans Halsema’s “Vluchten kan niet meer”. Een viertal dansers, blootvoets in het natte gras en op de klanken van een klarinet, toonden de ontreddering van de mensen tijdens de vlucht. Met bonkend hart, net zoals het interactieve publiek. Stichting Cultuur Binnen de Dijken heeft wederom laten zien waartoe vrijwilligers voor en achter de schermen, vaak zonder enige ervaring maar met de juiste begeleiding, in staat zijn. Dit knappe staaltje samenwerking smaakt naar nog veel meer en reikhalzend kijken velen uit naar een volgend project van Irene van Oers en haar enthousiaste achterban.