Joost mag het wetenNieuwsOpinieRegionaal nieuwsWieringermeer
Joost mag het weten: ‘Mag het licht uit’
Gisteravond laat lag ik lekker op de bank op mijn telefoon te kijken. Daar las ik op De Meerpeen een bericht over de petitie tegen de lichtvervuiling op de Afsluitdijk. Als ik zo’n artikel lees draaien de raderen in mijn hoofd meteen op volle toeren. En daar zit ik dan, in een split second met een aantal vragen en constateringen in mijn hoofd.
Want…. is een ontwikkeling altijd een vooruitgang? Voldoet de Afsluitdijk in zijn huidige vorm niet meer aan onze eisen? De dijk is nu al een toeristische trekpleister door gewoon dijk te zijn, wat willen we eigenlijk nog meer? Vraagstukken waar ik zo één twee drie geen antwoord op heb. Maar je weet hoe dit soort dingen zich ontwikkelen, het blijft malen. En daar zit Joost, op de bank, zijn hoofd te pijnigen naar aanleiding van een kort artikel over lichtvervuiling.
Opeens schiet er een nummer van De Dijk in mijn gedachten. Hoe toepasselijk de dijk…. en dan ook nog het nummer ‘Mag het licht uit’. De tekst galmt meteen door mijn hoofd, mijn vragen voor even naar de achtergrond duwend.
Te veel woorden, te veel zinnen
te veel woorden, draaien in mijn kop
te veel woorden , te veel draaien
te veel van alles
Na een lange lange dag en zo zie ik ze graag,
maar nu is het genoeg, genoeg gezien vandaag
mag het licht uit, mag het licht uit
mag het licht uit, als ik je in mijn armen sluit
De muziek verdoofd mijn verlangen om de vragen beantwoordt te krijgen, voor korte tijd. Meerdere nummers van de legendarische Nederpopband overspoelen mijn gedachten. Van ‘Nergens is de zaal zo stroef als in Hippolytushoef…..’ tot ‘Als het golft, dan golft het goed…..’ .
op de rimpelloze vlakte
van een vlekkeloos bestaan
kan het plotseling gaan waaien
ook al wil je er niet aan
als het golft dan golft het goed
niet te stuiten, niet te sturen
duurt het dagen, duurt het uren
als het golft dan golft het goed
Inmiddels ben ik met de klanken van De Dijk in mijn hoofd een etage hoger gekomen en lig naast mijn vrouw in bed. Maar de vragen tollen weer door mijn hoofd. En om antwoorden te krijgen op mijn vragen google ik er op los of het een must is. Het licht van mijn telefoon verlicht een deel van de slaapkamer, tot grote ergernis van mijn vrouw. Na tien minuten vraagt ze knorrig ‘Mag het licht uit?’.
Omdat ik er inmiddels van overtuigd ben dat ik toch geen antwoorden zal vinden op mijn vragen, leg ik mijn telefoon maar weg. Ik kijk naar het eeuwig schijnende lichtpuntje naast me in bed en zeg ‘Ja schat’, terwijl ik haar in mijn armen sluit.
Als ik ‘s morgens wakker word besef ik me dat het antwoord op mijn vragen wellicht gevangen zit in de teksten van De Dijk. Waarom doen we niet af en toe het licht uit, zodat we ons op de golven mee kunnen laten voeren.