VIDEO: Families herdenken bemanning neergeschoten bommenwerper Wieringermeer
SLOOTDORP – Nabestaanden van oorlogsvlieger James Stewart hebben, bijna 74 jaar na zijn dood, voor het eerst aan zijn graf gestaan. Stewart was boordwerktuigkundige aan boord van een Halifax-bommenwerper die in de nacht van 25 op 26 juli door een Messerschmitt werd neergehaald. Matthijs Gemmink van onze mediapartner NH maakte een reportage.
De opa en oma van Mark zaten op het moment dat de brokstukken van het vliegtuig neerkwamen, verscholen in de kelder onder hun boerderij aan de Dolfijnweg bij Slootdorp. Op het erf werden drie lichamen teruggevonden, drie andere bemanningsleden lagen even verderop. Alleen de staartschutter had zich via zijn parachute kunnen redden en werd opgepakt.
Brief
Mark Hakvoort was geïntrigeerd door de verhalen die zijn oma over de oorlog vertelde en schreef, toen hij 15 jaar was, een brief aan de staartschutter. Jock Loudoun, zoals hij heette, belde korte tijd later op en voordat Mark het wist, zat hij in het vliegtuig richting Birmingham: ‘Hij vertelde dat hij er niet over kon schrijven, omdat hij dan te emotioneel werd. Ik ben toen een week daar geweest om al zijn verhalen te kunnen horen.’
De geschiedenis laat Mark niet meer los en via via komt hij in contact met familie van oorlogsvlieger James Stewart. ‘Mijn moeder had lang geleden eens de kans om langs te komen. Maar ze kon het gewoon niet opbrengen’, vertelt Allan Riddel, de neef van James Stewart. ‘Net als bij mijn oma en opa. Die konden er niet over praten omdat het hen te veel van streek bracht.’
Zaterdagmorgen, vlak voor het bezoek aan het graf van ‘oom Jim’, kreeg Allan Riddell een telefoontje met het bericht dat zijn moeder, de zus van James, was overleden. ‘Ze was al drie jaar zwaar dementerend. Als ik de laatste maanden langskwam dan verwarde ze mij met oom Jim. ‘James! Wat doe je hier!’, zei ze dan. Dat vond ik zwaar maar het hielp mijn moeder. Dus ik laat het maar gaan.’
Speciale mensen
Allan en zijn vrouw Sue kregen een uitgebreide rondleiding in de regio, op de boerderij waar inmiddels de broer van Mark woont en werkt. En bij de buren waar ook lichamen en brokstukken terechtkwamen. ‘Ik kan Mark en de Nederlanders niet genoeg bedanken voor wat ze voor ons hebben gedaan’, zegt Allan. ‘Ze hebben het verhaal levend gehouden. Ze hebben ons een heel speciale behandeling gegeven maar wij zijn niet speciaal, zij zijn de speciale mensen. De helden.’